fbpx

Gefeliciteerd, het is je gelukt! Je hebt je sollicitatie- en arbeidsvoorwaardengesprek achter de rug; tijd om aan het werk te gaan! Naast werken kom je in contact met nieuwe mensen en is het voor iedereen op de werkvloer wennen aan jou als ‘de nieuwe collega’. Ieder bedrijf heeft een eigen cultuur en humor, en als je er wat langer werkt weet je hoe ver je wel of niet kunt gaan tijdens de interactie met je collega’s.

Om te voorkomen dat er ongemakkelijke gesprekken en dus situaties ontstaan, hebben we hieronder een aantal tips verzameld met dingen die je liever niet zegt tegen (of vraagt aan) je nieuwe collega’s:

1.   Hoeveel verdien jij eigenlijk?’

Dit onderwerp ligt bij velen nogal gevoelig. Aan je collega’s vragen hoeveel ze verdienen kan op verschillende vlakken als ongepast worden ervaren. De vraag kan nogal opdringerig overkomen en aan de andere kant kan het antwoord voor problemen op de werkvloer zorgen.

Uiteraard zijn er ook uitzonderingen waarbij het acceptabel is om te vragen naar het salaris van je collega. Als jullie dezelfde functie hebben en je weet niet zeker of iedere collega gelijkwaardig wordt behandeld en beoordeeld, kan het van belang zijn om te weten hoe groot het verschil in salaris is. In dit geval is het verstandig om je vraag duidelijk te formuleren om misverstanden te voorkomen. Maak het in ieder geval duidelijk dat je het besluit om de vraag wel of niet te beantwoorden volledig accepteert.

2.   ‘Dat staat niet in mijn functieomschrijving.’

Je wilt niet overkomen als iemand die alleen bereid is om het minimale te doen wat nodig is om je salaris te krijgen. Dus als je het naar je zin hebt bij jouw werkgever, kan het geen kwaad om jezelf van tijd tot tijd flexibel op te stellen wanneer je een nieuwe taak krijgt toegewezen.

Ervaar je dat je functieomschrijving niet meer overeenkomt met je dagelijkse werkzaamheden? Vraag dan een gesprek aan met je leidinggevende om deze ontwikkelingen en jouw wensen hierover te bespreken.

3. ‘Hoe oud ben je eigenlijk?’

Behalve je vrienden en familie zit eigenlijk niemand te wachten op deze vraag. Op de werkvloer kan dit negatieve gevolgen hebben omdat men geen zin heeft in een ‘op leeftijd gebaseerde ‘succesmeter’.

Als je geïnteresseerd bent in de levenservaring van je collega kun je ook vragen hoe lang hij of zij werkzaam is bij het bedrijf. Je kunt daarnaast ook vragen naar prestaties waar je collega trots op is.

4. ‘Rustig aan…  Doe effe…’

In gebiedende wijs spreken tegen je collega’s is meestal ongewenst. Iemand op deze manier toespreken kan daarom averechts werken. Eigenlijk ben je op dit moment aan het commanderen en dit kan zorgen voor ongemakkelijke situaties, zeker als je geen leidinggevende bent.

Heb je verzoeken of wil je jouw collega’s adviseren? Probeer in dat geval zoveel mogelijk vanuit jezelf te spreken: ‘Ik zou het fijn vinden als…’ of ‘Is het geen idee om…?’ Op deze manier geef je jouw gesprekspartner het gevoel dat jullie gelijkwaardig zijn.

5. ‘Ik heb geen zin meer / Ik haat deze baan’

Het kan best voorkomen dat je je dag niet hebt. Je collega’s en je werkgever hebben dit ook, dus het is begrijpelijk dat je er soms even ‘geen zin meer in hebt’. Probeer echter te voorkomen dat je deze neerslachtige gevoelens met je collega’s deelt. Je beïnvloedt de sfeer hiermee op een negatieve manier. Daarnaast kan dit je werkgever ertoe inspireren om een gemotiveerdere medewerker aan te nemen en jou dus te vervangen.

Ben je echt ontevreden over je baan of werkgever? Overweeg dan om op zoek te gaan naar iets nieuws. Licht hier je werkgever wel over in. Misschien komen jullie samen tot een gepaste oplossing waardoor je wél met plezier naar je werk gaat.

6. ‘Ben je zwanger?’

Dit is onbeleefd en tijdens een sollicitatiegesprek zelfs verboden. Mocht een collega in verwachting zijn en zij heeft de behoefte om dit met je te delen, dan komt dit vanzelf wel ter sprake.

7. ‘Ik kan het niet / Het lukt me niet.’

Het maakt niets uit of je dit zegt vanwege je onzekerheid of omdat je er geen zin in hebt; met zulke uitspraken wek je de indruk dat je niet bereid bent om de klus te klaren. Dit kan als gevolg hebben dat men je niet serieus neemt en in de toekomst overslaat bij nieuwe verzoekjes. Je leidinggevende en/of collega’s hebben niets aan ongemotiveerde medewerkers.

Hoe kun je dit voorkomen? Als je niet over de benodigde vaardigheden of middelen beschikt, geef dit dan aan bij je collega’s en schakel hulp in. Vele handen maken lichter werk, weet je nog?

8. ‘Gisteren hadden mijn vriend(in) en ik ruzie en…’

Stress is erg besmettelijk. Iedereen leidt z’n eigen leven en bepaalde gebeurtenissen kan je daarom beter voor jezelf houden. De collega’s waar je tegen klaagt over je vriendin, buurman of schoonouders hebben hun eigen problemen. Houd er daarom rekening mee dat zij niet altijd zitten te wachten op jouw negatieve verhalen. Je loopt hiermee ook nog eens het risico dat men over je gaat roddelen.

Probeer als het om negatieve gebeurtenissen aankomt werk en privé gescheiden te houden. En in het geval dat privézaken je werk dreigen te beïnvloeden kun je hiervoor in gesprek gaan met een vertrouwenspersoon zodat jij je hart kunt luchten.

9. ‘Zij is écht een … Hij is zo …’, en andere roddels

Het is nooit handig om je te bemoeien met de laatste kantoorroddels, ook al is bijna iedereen erbij betrokken. De kans is groot dat jouw uitspraken je zullen achtervolgen want ze komen hoogstwaarschijnlijk terecht bij de persoon waar het over gaat. Daarnaast zorgt dergelijk gedrag ervoor dat anderen je zullen wantrouwen. Niemand heeft graag zo iemand in z’n buurt. Wees nobel, vriendelijk en zeg niets over anderen waarvan je niet wilt dat men dat over jou zegt.

Eigenlijk is het heel simpel, behandel je collega’s hoe jij wil dat men jou behandelt. Hopelijk heb je wat aan deze tips en ontstaat er snel een band met je nieuwe collega’s tijdens de pauzes of je eerste vrijmibo!